Uitbreiding naar 280 fiscaal voordelige overuren voor wegen- en spoorwegwerken
Wanneer een werknemer overuren presteert en de werkgever daarvoor een overloon betaalt van 20% (bouwsector KB213) of 50%/100% (algemene regeling), hebben zowel de werknemer als de werkgever recht op een fiscale vermindering. Dat principe kan u altijd nog eens nalezen in een eerder artikel waarbij we ook een uitgebreid cijfervoorbeeld opmaakten.
Na een calvarietocht van enkele jaren komt hier binnenkort een broertje bij. Ondernemingen die hoofdzakelijk wegen- of spoorwegwerken uitvoeren en voor wie de overheid oplegt om in het weekend, op feestdagen of 's nachts te werken, kunnen het fiscaal voordeel optrekken tot 280 uur per jaar.
Binnen het paritair comité 124 werd op 30 september 2019 daaromtrent reeds een CAO ondertekend met als doel het optrekken van de interne grens tot 280 uur.
In de Programmawet van 27 december 2021 werden eveneens een aantal wetswijzingen doorgevoerd waardoor de grens van fiscaal voordelige overuren werd verhoogd tot 280 voor de eerder vernoemde ondernemingen. Ook was er een uitbreiding voorzien naar 220 fiscaalvoordelige overuren voor de ganse bouwsector. Artikel 31 van dezelfde Programmawet maakte de inwerkingtreding van deze wijzigingen afhankelijk van de goedkeuring door de Europese Commissie. Deze laatste moest de regeling onderzoeken in het kader van de verboden staatsteunregels.
De invoering van de 280 fiscaal voordelige overuren voor de ondernemingen die wegen- of spoorwegwerken uitvoeren werd door de Europese Commissie onlangs goedgekeurd. De algemenere uitbreiding naar 220 uur niet. Hier blijft het maximum dan ook 180 uur.
Ondertussen werd er ook een wetsontwerp opgesteld dat voorziet om tegemoet te komen aan de opmerking van de Europese Commissie; namelijk dat de verhoging van het maximum enkel maar van toepassing kan zijn in het geval alle fiscaal gunstige overuren betrekking hebben op de uitvoering van wegen- of spoorwegwerken. Dit heeft tot gevolg dat een volledige benutting van het plafond van 280 uur enkel mogelijk is indien de werknemer ten minste 280 uur overuren heeft gepresteerd die betrekking hebben op de uitvoering van wegen- of spoorwegwerken.
Voor de belastingvermindering voor overwerk in hoofde van de werknemers zijn de toepassingsvoorwaarden voor het verhoogde urenaantal minder streng: niet alle overuren moeten bij de uitvoering van wegen- of spoorwegwerken zijn gepresteerd. De toepassingsvoorwaarden voor de belastingvermindering worden immers beoordeeld per werknemer, over meerdere werkgevers heen in voorkomend geval. Het feit dat een werknemer van werkgever of sector verandert tijdens een belastbaar tijdperk, mag niet beletten dat hij voor het overwerk dat hij effectief heeft gepresteerd bij de uitvoering van wegen- of spoorwegwerken niet langer in aanmerking zou komen voor de verhoging.
Het is nu enkel nog wachten op de publicatie van deze
maatregel in het Belgisch Staatsblad om hem in de praktijk te gaan toepassen.